Aanleg en Onderhoud zaaien
Zaaitijden en – omstandigheden
Meerjarige zaden kunnen in elke maand van het jaar worden gezaaid, maar bij voorkeur te zaaien vanaf oktober tot medio mei (afhankelijk van het weer op dat moment). Midden tot laat in de herfst zaaien geeft de meest betrouwbare resultaten. Een goed bewerkte bodem, de winterkou (stratificatie) en een vochtig voorjaar stimuleert een goed allround kieming van de verschillende soorten. Winterzaaien is ook mogelijk zolang de bodem goed bewerkbaar is (men moet enkel voorkomen dat de bodem te nat is)Zaaien in de lente, tot zelfs zaaien in de vroege zomer kan succesvol zijn, maar men moet er dan wel rekening mee houden dat irrigatie noodzakelijk is. Let wel: een aantal soorten zullen pas in het opvolgende voorjaar gaan kiemen
Waar te zaaien
De meeste vaste planten ontwikkelen zich het beste in de volle zon en in goed drainerende bodems. Er zijn een paar mengsels die ook goed kiemen en doorontwikkelen op schaduwrijke plekken en op wat vochtigere ondergronden.Alle mengsels zijn ontworpen om onder verschillende omstandigheden te zaaien en te laten groeien. De verschillende bodems op verschillende locaties maken het uiteindelijke verschil hoe een mengsel zich zal gaan ontwikkelen. In de loop der tijd zullen de mengsels dan ook gaan evolueren en veranderen waarbij het eindbeeld niet van tevoren kan worden bepaald. Bekijk en lees dan ook goed de beschrijvingen van de mengsels waarna men kan besluiten een type mengsel te gaan toepassen.
Bemonstering
Laat vooraf aan het werk een bodembemonstering doen inclusief een bemestingsadvies. Pas dit toe om een optimale doorgroei te krijgen na het kiemproces.
Verwijderen van onwenselijke beplanting
Ongeacht de grootte van het project, het is belangrijk om een schoon zaaibed te creëren voordat men gaat zaaien. Dat betekent dat men de‘zichtbare’ onwenselijke beplanting zoveel mogelijk moet verwijderen en dan vooral de diverse grassen. Het is een verspilling van zaad en tijd om in een bestaand stuk gras, of andere vegetatie, te gaan zaaien.
Voorbereiding
Zaaien, direct in volle grond (al dan niet een vals zaaibed) kan risicovol zijn als het gaat om concurrentie van ongewenste planten en grassen. Deze zullen dan ook actief moeten worden bestreden in het aanloopjaar. Om een grond goed geschikt te krijgen om in te gaan zaaien moet deze dus vegetatievrij zijn. Verder zal de grond oppervlakkig moeten worden bewerkt (houd deze zo ondiep mogelijk) net genoeg om te harken en een vlakke oppervlaktestructuur te krijgen. Laat de grond niet te lang braak liggen na bewerking, gecultiveerde grond is een bron van onkruiden. Mocht het toch wat langer duren, houd dan de zaaibedden vrij van beplanting door deze te laten kiemen en daarna weer te verwijderen. Op deze wijze creëer je een z.g. vals zaaibed.Om bovenstaande perikelen te voorkomen adviseren we dan ook om onkruidvrije grond (substraat) toe te passen met een laagdikte van ong. 15cm. Dit moet dan gebeuren kort voor het inzaaien. Bij bredere vakken hoeft niet per se grond worden te ontgraven waar alleen de zijkanten (ong. 10-15cm) van de border worden opgegooid naar het midden van het vak. Op deze wijze wordt de border tonrond afgewerkt. Bij smalle borders (<2 meter breedte) is gedeeltelijk of geheel ontgraven (10-15cm) aan te bevelen. Vóór het zaaien de grond licht verdichten, vlak en rul afwerken. Dat geldt zowel voor handmatig inzaaien alsook voor hydroseeding. LET OP: Al met al is het een zorgvuldige klus omdat er geen vermenging mag plaatsvinden met de ondergrond of vermenging met grond vanuit een eventuele opslag. Mocht u binnen uw project ook bomen en heesters aanplanten, doe dit dan vóór het aanbrengen van het substraat.
Vestiging
Met het zaaien van vaste planten beschouwen we het eerste jaar als een vestigingsperiode. Dat is de periode vanaf zaaien tot en met het maaien van het loof in het najaar of voorjaar. Hoe meer u investeert in dit eerste jaar, hoe meer u gaat genieten van de gezaaide mengsels in de navolgende jaren. Het vergt vaardigheid en aandacht voor detail met interventies op storende elementen die nodig zijn om een echt geweldige border/weide te realiseren.Met het zaaien van vaste planten moet u uitgaan van 2gr. per m2. Afhankelijk van de grootte van het project, kunt u kiezen om deze met de hand in te zaaien of te gaan voor hydroseeding (machinaal zaaien). Mocht u meer willen weten over hydroseeding, dan kunt u contact met ons opnemen of een email sturen naar info@bloomingfields.nl. Kiest u om met de hand te gaan zaaien, dan bevelen we u aan om z.g. scherp zand te gebruiken en daarin de zaden in te mengen. Dit zand moet rul zijn om goed uit te kunnen strooien (dus niet te nat, kleven of te droog – stuiven). Gebruik ongeveer 4,5 emmers (50liter) zand op 100m2. Meng het zaad en het zand eerst in een kruiwagen/speciekuip of iets van gelijke strekking. Gebruik 2 emmers om in horizontale richting te zaaien en 2 emmers om in verticale richting te zaaien. Hierdoor krijg je een gelijkmatige verdeling. Gebruik de 5e (halve) emmer om de eventuele hiaten te vullen.
Er is een verschil in afwerking tussen het zaaien in het najaar en het zaaien in het voorjaar. Mocht u ervoor kiezen in het najaar te zaaien, dan raden we aan de zaden niet in te harken. De regen zal hier zijn werk doen om de zaden te ‘zetten’. Mocht u in het voorjaar gaan zaaien, dan raden we juist wel aan om de zaden licht in te harken en daarna goed aan te rollen, om de zaden in contact te laten komen met de (vochtige) grond. Het kiemen vindt plaats als er voldoende vocht en warmte in de grond komt, waarbij vaste planten vele malen langzamer kiemen (late voorjaar, vroege zomer) dan éénjarigen. Als er in het voorjaar langere droogteperiodes voorkomen (april – juni) dan is het raadzaam te gaan irrigeren. Mocht het kiemproces al in gang zijn gezet, dan hebben we liever geen langere droogteperiode van 3-4 aaneengesloten dagen. Voor alle situaties geldt dat er in het aanloopjaar goed gecontroleerd moet worden op storende elementen. Het is niet aan te raden door de borders te schoffelen, enkel alleen wieden.
Beheer en onderhoud
Het zaaien met vaste planten blijft een kwetsbare methode. Zo zal er na het zaaien moeten worden bekeken wat het o.a. het weer gaat doen. Kondigt er een droge periode aan, dan zal men tijdens het kiemingsproces de gezaaide delen goed moeten irrigeren. Afhankelijk van temperatuur en plaatselijke omstandigheden bevelen we aan om iedere 3-4 dagen te irrigeren. Mochten de planten na kieming al wat zijn doorgegroeid, dan kan men deze periode gaan oprekken (per situatie beoordelen). Na de kieming onder goede groeiomstandigheden (voldoende vocht, licht en voeding) is er al snel een eerste maaibeurt nodig. Als de beplanting aan het doorgroeien is richting 40-50cm, dan kunt u de beplanting afmaaien tot op ongeveer 10cm hoogte. Maaien wordt bij voorkeur gedaan met een maaibalk (of heggenschaar) omdat dit een methode is die het minst schade aanbrengt aan de beplanting. Het maaien is bedoeld om uiteindelijk de stoeling van de planten te bevorderen. In de opvolgende jaren raden we aan om te maaien rond eind februari. Veel bloemhoofden kunnen als voedselbron dienen in de winter voor de vogels en kleine dieren. Mocht het beeld van de beplanting aan het einde van het groeiseizoen te ‘rommelig’ zijn, dan kan men ervoor kiezen in het najaar te maaien. Wij pleiten ervoor om het maaisel af te voeren. Wordt het mengsel in uw beoordeling te hoog, dan kunt u tussentijds, medio juni, de planten afmaaien (ook hier het maaisel afvoeren). U kunt dit herhalen gedurende meerdere jaren waarbij de uiteindelijke definitieve hoogte wordt bepaald door uw maaibeleid.
Vanaf het tweede jaar zult u zien dat de beplanting robuuster gaat worden en dat er wellicht ook zaden zijn die nog gaan kiemen (vanuit de bestaande beplanting, of door stratificatie – vorst) Dit zal nog een extra dimensie gaan geven in het 2e jaar. Voor mengsels die in het najaar zijn gezaaid is irrigatie in het 2e jaar minder nodig. De planten zijn al goed gevestigd en zullen in het voorjaar verder gaan ontwikkelen. Voor mengsels die in het voorjaar zijn gezaaid, daarvan zullen de gekiemde zaden nog hulp nodig hebben. Bij een langere droogteperiode in het opvolgende voorjaar is hier nog wel irrigatie gewenst. De opvolgende jaren zijn gelijk in onderhoud. Het zal dan met name gaan ommonitoring op verstoring. U kunt er altijd voor kiezen om in de 2e helft van het groeiseizoen delen van de beplanting af te zetten om najaarsbloei te bevorderen.De mengsels zullen gedurende de eerste jaren gaan ontmengen welke bepaald wordt door de groeiomstandigheden op betreffende plek. Het beeld zal dan ook ‘rustiger en stabieler’ worden. Een eindbeeld is in deze niet te bepalen maar deze methode zorgt er wel voor dat u altijd de juiste planten hebt op de juiste plek.
Wil je verschillende effecten creëren en de bloei van sommige planten herhalen in de herfst, ben dan niet bang om halverwege het groeiseizoen delen van de borders terug te zetten. Na korte tijd zorgt het al voor een fris en netjes ogende begroeiing die in veel gevallen voor een tweede bloei gaat zorgen. Mede daardoor ontstaat er ook verschil in hoogten en geeft de plantvakken extra structuur. Het zijn ook juist deze verschillen in hoogten die sommige planten extra kunnen stimuleren om door te groeien. Deze gecreëerde structuur kan zich daarna doorontwikkelen zodat in de loop der jaren een spannend geheel kan ontstaan (meerdere gradiënten)
Bollen
Mocht u ervoor kiezen in het najaar te zaaien, dan geeft u dat de mogelijkheid om bollen toe te passen. Bloomingfields heeft een 3-tal bollenmengsels ontwikkeld in samenwerking met JUB-Holland. Het zijn extra vroegbloeiende soorten die de bloeiperiode van uw border extra zal gaan vervroegen.
Aanleg en Onderhoud matten
Over voorgekweekte matten
Het eindresultaat van een border gerealiseerd met voorgekweekte matten is voor veel mensen verrassend en lijkt in het geheel niet op de standaardoplossingen zoals we in Nederland gewend zijn. Het is een ontworpen bloemenmengsel waarin zowel inheemse als niet-inheems beplanting is samengevoegd. Het brengt 2 werelden bij elkaar, cultuur en natuur. Noem het maar een gecultiveerde bloemenweide. De matten worden geteeld door een deskundige kweker(Vasteplantenkwekerij Griffioen Wassenaar), die ervoor zorgen dat er een goede kwaliteit vasteplanten mat kan worden geleverd. Het proces van dit specialistische werk, van zaad naar zodemat, duurt ongeveer tussen de 14 en 20 weken in het groeiseizoen tussen april en oktober. Het wordt geteeld op een bodemloos systeem en is geworteld in een substraat met een viltlaag (wol), dat ervoor zorgt dat het een stabiel en transporteerbaar geheel wordt. Het gehele proces wordt in alle stadia door gekwalificeerd personeel begeleid om ervoor te zorgen dat de samenstelling van de beplanting goed is en waarbij ongewenste beplanting tot een minimum wordt beperkt. Elke mat wordt met de hand geoogst/getild en op pallets gestapeld. De planten in de mat hebben een volledig wortelgestel, waardoor deze snel kunnen aangroeien nadat ze gelegd zijn.
Beschikbaarheid – voorraad
Het is belangrijk te weten, als u van plan bent om voorgekweekte matten te gaan gebruiken in één van uw projecten, of dat er voldoende beschikbaarheid is van het gekozen mengsel. Neem daarom altijd eerst contact met ons op om te laten beoordelen of de te bestellen hoeveelheid daadwerkelijk geleverd kan worden. Omdat het een jaarrond teelt is, zal levering mogelijk zijn tussen oktober en april. Het is ook meteen de ideale periode om matten te leggen. Levering en leggen is niet mogelijk gedurende de periode van vorst, sneeuw en extreem natte omstandigheden.
Bemonstering
De voorgekweekte matten hebben in de regel een afmeting van 120x60cm en worden op pallets geleverd. Er zal een vorkheftruck of kraan aanwezig moeten zijn om de levering op locatie te kunnen lossen. Als de toegang tot de locatie beperkt is, zorg dan voor een alternatief bezorgadres, dicht bij de projectlocatie.
Voorbereiding
Een aantal weken voor de uitvoering, is het raadzaam een bodemonderzoek te laten uitvoeren inclusief een bemestingsadvies. De grondbewerking en -voorbereiding kan worden gedaan als ieder andere plantvoorbereiding waarna er een vlakke afwerking moet plaatsvinden met een rulle bovenlaag. Ongewenste beplanting, en andere storende elementen moeten zoveel mogelijk worden verwijderd (met name wortelonkruiden). De grond mag licht verdicht worden, maar moet voldoende doorlatend blijven. Op voorbereiding van het leggen kunt u in overweging nemen om vochthoudende korrels uit te strooien, wat ten goede komt aan de beworteling van de zode. Het is verder noodzaak de grond waarop de zoden worden gelegd vochtig is. Voor het leggen van de zodematten de grond eerst rul maken met een hark, zodat na beregening van de zoden, een goed contact wordt gemaakt tussen het wortelpakket en de ondergrond.
Bollen
In tegenstelling tot het zaaien, is een combinatie van matten en bollenmengsels niet mogelijk. De mat heeft een dusdanige dichtheid dat de bollen niet voldoende kracht hebben om erdoor heen te groeien. Wilt u perse een bollenmengsel gecombineerd hebben dan adviseren we u om toch over te gaan tot handmatig zaaien of om hydroseeding te gaan gebruiken. Zie daarvoor ons A&O document voor zaaien.
Het leggen
Om dubbele werkgangen te voorkomen is het raadzaam de pallets met matten dicht bij het werk te hebben. Mochten de deze niet dezelfde dag als de levering gelegd kunnen worden, dan is het goed om de matten enigszins vochtig te houden en niet in te laten drogen. Door de grootte van 120x60cm en het gewicht van de mat, geven we het advies om deze met 2 personen per mat te leggen. Als de behendigheid er is, dan kan er een oppervlakte worden gelegd tussen de 400 en 500m2 per dag (tussen 200 en 250m2 per persoon). Zorg ervoor dat de matten goed aansluiten op elkaar om krimpnaden zoveel mogelijk te voorkomen (bij eventuele overlap van de zoden, de naden goed aankloppen). We adviseren de matten in verband te leggen en niet in de lengte achter elkaar. Hiermee wordt er voorkomen dat over van het vak de lengte een lange krimpnaad kan ontstaan. Direct na aanleg moet er water worden gegeven om de beworteling en contact met de ondergrond te bevorderen. Gedurende het eerste jaar, na het leggen van de matten, zal met regelmaat water moeten worden gegeven om uitdroging te voorkomen (max. 5-7 dagen bij warme dagen in het voorjaar en zomer). We raden u aan om gedurende dat jaar daarop te monitoren.
Onderhoud
Net als alle andere beplantingen hebben de matten onderhoud nodig. U zult zien dat schoffelen niet mogelijk is en dat er uiteindelijk alleen controle op verstoring hoeft te gebeuren en te beoordelen wat de maatregelen zijn om dat te verhelpen. Daarnaast adviseren wij om in het eerste jaar, medio juni, een extra maaibeurt uit te voeren (met een maaibalk tot op een hoogte van ong. 30 cm.) Hierbij moet het maaisel worden geruimd en afgevoerd. Door het maaien zal de hoogte gedurende het jaar beperkt blijven en de onderlaag beter gaan ontwikkelen, met een langere bloei tot in het najaar als gevolg. Met betrekking tot ontmenging van het mengsel is het raadzaam dit te blijven doen (over meerdere jaren) tot het mengsel de gewenste hoogte heeft. Met betrekking tot de reguliere maaibeurt kunt u beoordelen of u dit in het najaar of in het voorjaar gaat doen. Aan het einde van het eerste jaar is het wellicht raadzaam om dit in het najaar te doen. Een definitief eindbeeld bepalen van het mengsel is erg lastig. Dit wordt uiteindelijk bepaald door de grondsoort en de plaatselijke groei- en ontwikkel omstandigheden. Met het maaibeleid heeft men wel invloed op de uiteindelijke hoogte van het mengsel. Zo zal meerdere keren maaien per jaar (2-3 keer) een lager eindbeeld opleveren als met 1 keer maaien per jaar. Ook hier zal er gemaaid moeten worden op ong. 30cm. De reguliere maaibeurt raden we aan om uit te voeren in het voorjaar (rond eind februari afhankelijk van het weer). Het plantenpakket bevat veel zaden wat gedurende de winter een voedselvoorraad en beschutting vormt voor de vogels en kleine dieren. Met de natuurlijke uitstraling van de mengsels, kan men, esthetisch gezien, ervoor kiezen de reguliere maaibeurt in het najaar te doen (oktober-november)
Vestoring in het mengsel
Er wordt alles aan gedaan om ervoor te zorgen dat uw BF-zodemat met zo min mogelijk ongewenste planten aankomt. Er bestaat altijd de mogelijkheid dat er enige vorm van vervuiling in voorkomt. De matten zijn zodanig geteeld dat dit minimaal is en daarom op een makkelijk en eenvoudig beheernivo blijft. De samenstelling van de beplanting is zodanig gekozen dat ongewenste soorten weinig kans maken om te ontwikkelen. Mocht het zo zijn dat dit toch gebeurt, dan zult u tijdens controle van de plantvakken snel zien waar de verstoring zit (meestal zijn het breedbladige en hoge planten/grassen) en daar kunt u dan actie op ondernemen. Gedurende het jaar zult u deze controle 2 of 3 keer kunnen doen. U zult dan ook merken dat het meestal de krimpnaden zijn, die tussen de zodematten zijn ontstaan, die deze overlast veroorzaken. Tip: de planten zijn makkelijk te wieden met behulp van o.a. een klauwhamer.